Van opvliegers tot hormonen: 7 feiten en fabels over de overgang

1. Feit: de overgang begint al vóór de menopauze

De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun laatste menstruatie krijgen is 51 jaar. Veel vrouwen denken dat dan de overgang begint. Dit klopt niet. De overgang begint namelijk al ruim vóór de menopauze. Ben je ouder dan 40 jaar en krijg je vage klachten? Controleer dan of het de overgang is. Vraag bijvoorbeeld je moeder wanneer het bij haar begon. En twijfel je over je klachten? Ga dan naar je huisarts.

2. Fabel: overgang en menopauze zijn hetzelfde

De overgang is de levensfase waarin de eierstokken geleidelijk ophouden met het maken van het vrouwelijk geslachtshormoon oestrogeen. En dus de menstruatie onregelmatig wordt. De menopauze is je laatste menstruatie. Dit is dus een gebeurtenis tijdens de overgang.

3. Feit: overgangsklachten als opvliegers duren soms wel 10 jaar

En soms zelfs langer ... De overgang duurt gemiddeld 5 tot 12 jaar. De eerste symptomen van de overgang beginnen bij sommigen al op hun 40e. Maar gelukkig merk je er in het begin meestal nog niet zoveel van.

4. Feit: sommige vrouwen raken vervroegd in de overgang

Kwam je moeder vroeg in de overgang? Dan is de kans groter dat jou dit ook overkomt. De kans op een vervroegde overgang is ook groter bij vrouwen die elke dag meer dan een pakje sigaretten roken. Zij zijn gemiddeld 2 jaar eerder aan de beurt.

5. Fabel: het slikken van hormonen helpt niet bij overgangsklachten

Een vrouw maakt in de overgang soms wel 80% minder oestrogeen aan. Dit is het vrouwelijk hormoon dat ervoor zorgt dat de huid, botten, vaten, gewrichten, spieren, pezen en slijmvliezen soepel, stevig en elastisch blijven. De vermindering van oestrogeen zorgt soms voor overgangsklachten. Het slikken van hormonen kan deze daling van eigen productie tijdelijk opvangen.

6. Feit: 63,7% procent van de vrouwelijke zorgmedewerkers heeft last van overgangsklachten

De meeste vrouwen in de overgang hebben klachten. Gelukkig vallen deze vaak mee. Maar soms zijn ze zo heftig dat goed functioneren niet meer mogelijk is. 40% van de door IZZ onderzochte groep zegt dat hun klachten gevolgen hebben voor het werk. Ze voelen zich vaker uitgeput, minder gezond en vinden ze dat ze minder aankunnen.

7: Fabel: je kunt niets doen aan de overgang

Het klopt dat je als vrouw met de overgang te maken krijgt. Of je nou wilt of niet. Maar het is een fabel dat je er niks tegen kunt doen. Veel klachten zijn (redelijk) goed te behandelen. Bijvoorbeeld door extra op je gezondheid te letten en goed te eten en voldoende te bewegen. Houd je lichamelijke of geestelijke klachten waardoor je minder goed functioneert? Ga dan naar je huisarts. Deze kan je doorverwijzen naar een gynaecoloog of verpleegkundig overgangsconsulent. Zij begeleiden je bij je keuze voor bijvoorbeeld voedings- of hormoonsupplementen of medicatie.

Bron: IZZ, Week van de overgang. Beeld: iStock